Site pictogram Draadbreuk.nl

Daar gaan we: Paul daagt fabrikanten hoofdtelefoons uit!

Ik dacht dat ik haar te pakken had. Na jaren van zoeken leek het ware liefde. Goed, we moesten even aan elkaar wennen, maar daarna was het ook helemaal goed. Urenlang kon ik naar haar luisteren, ze had monde rondingen en kon ook nog eens tegen een stootje. Dacht ik tenminste, totdat we bruut uit elkaar werden gedreven. De Philips A5-pro was de fijnste hoofdtelefoon die ik in jaren heb gehad, tot de breuk. Wéér een Draadbreuk: the story of my life.

Als je een beetje een geluidspurist bent als ik, kom je bij Draadbreuk natuurlijk genoeg aan je trekken. Luidsprekertje hier testen, muzieksysteempje daar langs de meetlat leggen. En hoofdtelefoons testen, héél véél hoofdtelefoons testen. Want jullie, lieve Draadbreukers, zijn nu eenmaal dol op die apparaten. Sinds de smartphone de belangrijkste muziekdrager is, leggen jullie ineens met gemak een paar honderd euro op tafel voor headphones. Want je wilt een goed geluid en het apparaat moet er ook een beetje goed uitzien, want anders loop je voor lul.

Hier heb ik een hoofdtelefoon van Harman/Kardon vast. Alles ging nog goed.

Jullie zijn om!

Zelf moedig ik het erg aan dat men meer geld over heeft voor een goede hoofdtelefoon, want het was me altijd een doorn in het oog dat mensen hun muziek luisterden over headphones van een paar duppies. Heeft een artiest een jaar lang keihard gewerkt om een zo goed mogelijke plaat te maken, wordt dat niet veel later compleet teniet gedaan door een paar oortjes die klinken alsof een bromvlieg een scheet heeft gelaten. Maar goed, jullie zijn om en dus hoef ik er niet meer over te zeuren.

Ik gok dat ik momenteel ergens tussen de vijftig en honderd hoofdtelefoons heb gehad en getest. Dat deed ik in mijn beginnerstestdagen als volgt: ik vroeg bij de pr-afdeling van een bedrijf zo’n ding aan, gebruikte ‘m twee weken uitvoerig, maakte er een review over en stuurde het apparaat weer terug. En dat werkte heel aardig. Tenminste, totdat ik zelf redelijk prijzige headphones aanschafte. De AKG K-540 (inmiddels voor een eurootje of zeventig wel te krijgen): een prachtig rank modelletje met zachte earpads en een prima pasvorm. En een stalen verstelmechanisme, zodat hij schier onbreekbaar was.

Gewoon een gebruiksvoorwerp

Zoals Dennis eens treffend zei: ik luister muziek voor geld. Naast keihard duiding geven aan allerlei tech- trend- en gadgetzaken bij Draadbreuk ben ik ook popjournalist. En dan krijg je redelijk veel platen voor je kiezen. Ik zit dan ook het grootste gedeelte van de dag met headphones op te werken. En in de trein. En lopend in de stad. Resumerend: eigenlijk overal. Ik draag mijn hoofdtelefoon niet voor de mooi (al mag hij er best goed uitzien), maar zie het als een gebruiksvoorwerp waarmee ik mijn werk doe. En een gebruiksvoorwerp moet lang meegaan bij normaal gebruik. En met normaal gebruik bedoel ik dat je ‘m niet met fluwelen handschoentjes hoeft aan te pakken.

Het kerkhof

Mijn AKG-K540 beviel prima en ging overal mee naartoe. Totdat ik ‘m na acht maanden een keer uit mijn schoudertas haalde. Het verstelmechanisme was inderdaad nog intact, maar de kunststof band naar z’n mallemoer. Klaar, einde hoofdtelefoon. Na acht maanden! De volgende headphone die ik ter test aangeboden kreeg, was de Onkyo ES FC300 (€ 179,-). Het was genieten geblazen, totdat het zo handig verwisselbare snoertje begon te storen. Niet in het snoertje, maar in het contactpunt van de hoofdtelefoon zelf. Testduur: iets langer dan vijf maanden. De AKG-K551 (€ 279,95) had alles wat ik van een hooftelefoon verlang: grote earpads, helemaal van aluminium en dus schier onbreekbaar, ware het niet dat het kabeltje wel heel erg dun en kort was. Na vier maanden bleek het daar dan ook fout te gaan: kapot.

Zomaar een paar voorbeelden van behoorlijk prijzige headphones die qua geluid fantastisch waren, maar een paar maanden normaal meedraaien met ome Paul niet aankonden.

De AKG K551 overleefde het net een paar maanden…

De hoop en hoe deze vervloog

Sinds april had ik mijn hoop gevestigd op de Philips A5-Pro die, en daar moest ik even doorheen bijten, geëndorsed werd door Armin van Buuren. Daar word ik natuurlijk sceptisch van, maar mijn hemel, wat klonk hij briljant! Diepe klank, goede bas, heldere midden- en hoge tonen. En het allerbelangrijkste: hij was stevig. Heel stevig. De harde kunststof behuizing, de ijzeren scharnieren: deze zou niet kapot gaan. De vuurdoop kwam toen ik – ik zweer het, voor het eerst – per ongeluk van de trap af lazerde met het apparaat in mijn tas. Maar hij overleefde het. Eureka! Dit was ‘m! Ik werd er bijna emotioneel van.

Tot deze week. Na zeven maanden en zes-en-een-half na de val, heb ik wéér een draadbreuk te pakken. In een schier onmogelijk breekbare hoofdtelefoon. De kabel van de A5-Pro is zo dik dat je er met een tank over kunt rijden, maar toch maakt hij soms geen contact. Ik ben er klaar mee.

 

En we waren nog zo blij met de A5-Pro

Hoofdtelefoonfabrikanten: kom maar op

Wat mij deze ervaringen hebben gebracht? Twee dingen: test hoofdtelefoons altijd langer dan een paar maanden: dan ontdek je pas de echte robuustheid en zie je hoelang hij meegaat. En ten tweede: een vraag. Aan alle headphone-fabrikanten ter wereld: ik ben geen beest, geen tiran die de zweep over zijn hoofdtelefoon legt. Ik gebruik ‘m alleen veel en wil ‘m niet als een tiara moeten behandelen. Ik daag alle makers uit een testexemplaar van een over-ear te sturen die het wel langer dan een jaar bij me volhoudt. Ik ga er niks geks mee doen, alleen dagelijks opzetten. Ik houd de resultaten wekelijks bij. Degene (of beste) die mij overleeft en ook nog eens een fantastisch geluid levert, krijgt eeuwige roem. En een trofee die ik zelf in elkaar schroef. En nog heel veel meer. Ik zeg: kom maar op.

Mobiele versie afsluiten