Waterkoeling is al jaren de go-to voor high-end videokaarten in datacenters, maar die methode begint nu flink te zweten. Volgens techonderzoeksbureau IDTechEx gaat de huidige manier van koelen – waarbij een koelvloeistof langs de chip stroomt maar niet verdampt – het simpelweg niet meer trekken. De reden? GPU’s worden zó krachtig dat ze binnenkort meer warmte uitstoten dan een kleine oven. Dat schrijft IDTechEx in een nieuw rapport.
We hebben het dan over grafische chips die tot 2000 watt aan warmte genereren. Ter vergelijking: een gemiddeld strijkijzer tikt net de 1200 watt aan. De bestaande ‘single-phase’ koeling redt het nog tot zo’n 1500 watt, maar daarna is het feest voorbij. Daarom kijken fabrikanten en datacenterbouwers steeds serieuzer naar ’two-phase’ direct-to-chip koeling. Hierbij verandert de koelvloeistof in damp zodra het de chip raakt – en dat verdampingsproces voert veel meer warmte af.
Klinkt fancy, maar het werkt echt: om een chip van 1000 watt koel te houden heb je bij de nieuwe methode nog maar 0,3 liter koelvloeistof per minuut nodig, terwijl dat bij het oude systeem 1,5 liter was. Minder vloeistof betekent minder stress op de leidingen, kleinere pompen, én minder onderhoud. Ook fijn: deze systemen zijn beter geschikt om achteraf in bestaande datacenters te bouwen dan bijvoorbeeld volledige onderdompeling in vloeistof (ja, dat gebeurt echt).
Maar het is niet alleen maar winst. De dampkoelers gebruiken vaak fluorhoudende vloeistoffen die bij lekkage niet bepaald milieuvriendelijk zijn. En de investering? Die is pittig. Niet alleen zijn de systemen zelf duurder, ook moet je meer kwijt aan recycling en speciale afvoermethoden. IDTechEx denkt dan ook dat de grootschalige uitrol pas vanaf 2027 echt op gang komt. Tot die tijd blijft het behelpen met dikke slangen, snelle pompen en hopen dat je GPU zich een beetje koest houdt.