Oké, we geven het toe. Deze kop lijkt wel erg op de titels die VICE.com haar artikelen altijd meegeeft. Er had ook kunnen staan: ‘7 redenen waarom de Apple Store in Down Town Manhattan driewerf k*t is‘. Maar goed, dat is ook weer zo wat en zelden of nooit raakte een kop zo de kern als nu – zie het dus maar als een kleine ode. Anyways, de Apple Store op ‘1981 Broadway’ is booming. Daar gebeurt het. Of zoals ze in de US zeggen: ‘the shit is bangin’ over there‘.
Dus toen een gewaardeerde vriend mij vroeg voor hem ‘effe een Macbook Pro Retinaatje op te pikken’, was ik de beroerdste niet. Door een gunstige dollarkoers is praktisch ieder iProduct in het land van herkomst goedkoper te verkrijgen dan in Nederland en dus was zijn verzoek niet zo heel gek. Vlakbij Central Park, vlakbij mijn zweterige, knusse (lees: debiel kleine) hostel en een American Express Gold Card (niet van mij) op zak was er geen enkele reden om het vooral niet te doen. Oh boy, was I wrong…
Door een gunstige dollarkoers is ieder iProduct goedkoper in de US
Erectie voor Apple-producten
Wat is het verhaal: compleet met kater – want jarig de dag ervoor wat resulteerde in dubieuze drankjes in Williamsburg, nabij Brooklyn – loop ik met een vrind omstreeks een uurtje of één ’s middags richting het almachtige gebouw. Ik blijk niet de enige te zijn die de kassa van ’s werelds best verkopende Apple Store wil doen rinkelen. Dikke rijen met veelal dikke mensen. Koreanen die snel een simlockvrije iPhone 5s willen oppikken (uitverkocht, overigens). Lelijke chicks met een nog lelijker iPad-hoesje onder de arm. Kortom: een vrij gemêleerd publiek, maar allen met een ding gemeen: een fictieve erectie voor Apple-producten.
Bij binnenkomst moet je je door een wirwar aan glimmende apparatuur een weg banen naar iets of iemand die je kan helpen met de aankoop. Zo’n mannetje in rood shirtje, dus. Maar daar kom je pas achter als je eerst die ene stinkende Rus hebt voorgelaten die per se voor wil dringen omdat hij de subway (de metro, niet het broodje) moet halen. Hij duwt en zeurt. Normaal word ik boos, maar nu heb ik een kater en mijn vliegtuig vertrekt toch pas om 17.55 uur. Uurtje van te voren inchecken, helemaal prima. Geen zorgen, dus.
Eenmaal een mannetje aan zijn shirtje getrokken – een gezellige donkere jongen met hippe geelgekleurde schoenen – word ik direct doorverwezen. Ik kan twee dingen doen, volgens hem. Optie één: in de Express Lane gaan staan, een soort van directe lijn naar de kassa, of, optie twee, geholpen worden door een Genius-medewerker. Dat laatste is gegarandeerd sneller, verzekert de beste kerel. Een blik op de lange rij voor me leert me dat hij weleens gelijk zou kunnen hebben. Ik stem in met de medewerker.
Terwijl mijn reismattie wanhopig op zoek gaat naar een glaasje water, de Mexican Car Crash van de avond ervoor had ‘m fysiek genekt (zonder over te geven, trouwens. Kudo’s nog), loop ik naar de volgende Genius-medewerker. Deze heeft een hip oortje in en een iPad met een evenzo hippe organiser-app. Daar staan wat namen op. Een stuk of vijftien, schat ik. Ernaast een korte en bondige samenvatting van de vragen en wensen. Zo wil Stacy een iTunes-card (ja, echt) en zoekt Lee een iMac.
Johnny Depp met een vies snorretje
Het Oortje – hoewel hij zich keurig voorstelde ben ik zijn naam vergeten – ziet eruit als Johnny Depp in zijn jonge jaren. Vies kort snorretje, strakke gympies. Ik stel me ook voor. Ik heet Ger. Dat verstaat hij niet. Volgens hem heet ik Jared. Ik ben gaar, heb bloeddoorlopen ogen en nul kracht om Johnny Depp te corrigeren. Hij zegt wel eerlijk: ‘It’s a little bit crowded, so it could take a couple of minutes, but I’ll get back to you.’
Dat blijkt, in retrospect, een understatement met fatale gevolgen. Er gaan tien minuten voorbij, er gaan twintig minuten voorbij. Inmiddels is het al 14.00 uur. Voor de duidelijkheid: ik moest al wachten voordat ik Depp überhaupt te spreken kreeg. Het maakt me allemaal niets uit. Kalmte is een groot goed, dacht ik. Rond 14.20 uur wordt de New Yorker voor me, met een plat accent en een hippe muts (waarom draagt heel New York een hoofddeksel, trouwens? In Sex & the City is dat helemaal niet het geval…), boos. Hij zegt dat hij al lang aan het wachten is. Hij zegt dat dit nergens op slaat.
‘Next in line’
Ik knik en denk: ‘ach, we moeten allemaal weleens wachten’ en probeer me te herinneren hoeveel Vodka Ketel One’s ik de avond ervoor heb genuttigd. Johnny Depp zegt dat hij er niets aan kan doen, maar dat het allemaal goed komt. Hij blijft opmerkelijk vriendelijk, even though, de New Yorker verre van aardig blijft. Zal wel een cursusje relatiemanagement zijn. Ik vraag Depp hoe lang het nog duurt. Jij bent ‘next in line’, vertrouwt hij me toe.
Hij bleek (of: beweert) me al eerder geroepen te hebben, maar ik had het niet gehoord. Kan gebeuren. Dat ik de hele tijd letterlijk naast de beste man halfslachtig met een iPad zat te spelen, vergeten we maar effe. Ik kijk ondertussen op een willekeurige iPhone 5s – het schijnt dat ze dat ding daar verkopen – hoe laat het is. Tijd begint nu toch wel een soort van te dringen. Terug naar onze slaapplek, door naar JFK – dat kost ons een uur of zo. Een beetje stevig doorlopen, zijn we keurig op tijd voor de check-in.
Ik zeg tegen mijn inmiddels levende corps van een vriend dat ik me begin te ergeren. Ik verstuur een semi-boos WhatsAppje naar Nederland. Naar degene die de Retina wil hebben. Dat ‘ie ons maar dankbaar mag zijn en dat we een drankje van ‘m krijgen. Johnny Depp ziet mijn ergernis en bijt op zijn lip. Hij fluistert iets in de mic die bij zijn oortje hoort. ‘Waiting for 25 minutes’, vang ik op. Ik grinnik. Bij Apple zijn ze zelden van de understatements. Alles is normaal bigger, better. Nu niet. Nu is 45 minuten opeens slechts 25 minuten.
Na tien minuten word ik eindelijk geholpen. Of liever: doorgestuurd. Een andere genius-medewerker zal me verder begeleiden richting mijn aankoop. Een uiterst gezellige donkere man met een lollypop in zijn broekzak vraagt zich vooral af hoe het kan dat wij na een aantal dagen New York überhaupt nog in leven zijn en hoeveel dames ons drankjes hebben afgetroggeld. Viel mee, overigens. Wij zijn Nederlanders, tenslotte.
Lollypop-meneer
Hij belooft de Pro Retina direct uit een magazijn te halen en grinnikt ‘dat we niet meer hoeven te wachten’. Ironisch genoeg duurt het nog een goede 6 minuten voor de beste man terug is. Hij maakt wat paperassen klaar en tovert een creditcardmachine tevoorschijn. De Gold Card gaat er doorheen, we krijgen een printje en checken de klok. We hebben iets meer dan een uur om de check-in te halen. Volgens de lollypop-meneer is het 45 minuten naar JFK. Niets aan het handje, dus.
We grabben snel een burger en gaan op weg. Alleen, het is midden op de dag. Op een dinsdag. En dat blijkt een verdomd drukke dag te zijn. Te druk. Halverwege de taxirit hoor ik – ik ben zelf comateus muziek aan het luisteren – mijn Travel Mate discussiëren met de Indiase taxichauffeur. Conclusie: we gaan het niet halen als we niet uitstappen en verder reizen per Air Train, een directe lijn die vanaf een bepaald punt consequent van en naar JFK Airport gaat.
Ah, een automaat om in te checken, dat gaat altijd sneller
Ah, een automaat om in te checken. Dat gaat altijd sneller. Mijn vrind, een ervaren wereldreiziger, sommeert me mijn paspoort te geven. Hij kan dat beter dan ik. Dat weet hij, dat weet ik. Laat hem het allemaal maar regelen. 16.54 uur. Hij douwt het paspoort onder de scanner. Error. Hij legt hem goed. Nog een error. Hij probeert zijn paspoort. Werkt ook niet. ‘Ask for assistance‘, toont het hypermoderne apparaatje. Ik ren als Usain Bolt naar de balie.
Een mollige dame met dikke lippen vraagt waar we heen moeten. Ik hijg Amsterdam en smijt mijn paspoort op de balie. Ze grinnikt. Sadistisch. Haar ogen glimmen. Als Satan zou bestaan zou zij het zijn. “You are too late”, komt er haast triomfantelijk uit.
One minute, to be exact. Het is 16.56 uur.
Verslagen. Doodmoe. Maar met een Macbook Pro Retina onder de arm besluiten we maar om te boeken. Voor de prijs van twee iPad Mini’s regelen we een vlucht die 5 uur later vertrekt. Tijd om maar wat te drinken in de terminalbar. Een mens moet wat.
Moraal van dit verhaal: vertrouw nooit op de Genius-medewerkers in een Apple Store. Of koop geen iProduct met een kater. Kan ook.