Nieuwe modellen van Synology laten zien dat een NAS (Network Attached Storage) meer kan zijn dan een stoffige doos voor de IT-afdeling. Met de introductie van de DS1825+ en de compactere DS725+ probeert het merk gebruikers duidelijk te maken dat een eigen ‘cloud’ thuis of op kantoor handiger is dan je denkt. En dat je daar echt geen systeembeheerder voor hoeft te zijn.
De kern van het verhaal: een NAS is eigenlijk gewoon een slimme kast met harde schijven die je via het netwerk gebruikt. Je stopt er data in – foto’s, back-ups, videobeelden, noem maar op – en je kunt er vervolgens overal bij. In plaats van je data over te leveren aan commerciële clouddiensten, bewaar je alles zelf. Handig, veilig, én in veel gevallen sneller.
De nieuwe Synology DS1825+ kan met uitbreidingsmodules worden opgeschaald tot 18 schijven (goed voor 360 TB), terwijl de DS725+ in de basis slechts twee schijven heeft maar ook kan doorgroeien. Beide modellen ondersteunen SSD’s voor snellere prestaties en hebben netwerkpoorten tot 2.5 Gbps.
Synology wil de NAS niet langer alleen positioneren als zakelijk gereedschap, maar ook als oplossing voor thuisgebruikers met veel data – bijvoorbeeld fotografen, kleine ondernemers of mensen met een groeiende smart home-setup. Dankzij het DiskStation Manager-besturingssysteem kun je eenvoudig bestanden synchroniseren, automatische back-ups maken, een eigen Dropbox-achtige omgeving opzetten, of zelfs je eigen beveiligingssysteem draaien via Surveillance Station.
Wat opvalt aan de DS1825+ is de serieuze kracht: met de juiste SSD’s haalt het systeem leessnelheden van meer dan 2.200 MB/s. Voor thuisgebruik is dat misschien wat overdreven, maar voor kleine bedrijven en creatievelingen met zware videoprojecten is dat geen overbodige luxe. De DS725+ biedt een instapoptie zonder poespas, maar met ruimte voor uitbreiding en SSD-cache als je wat meer uit je netwerkopslag wilt persen.
De DS1825+ en DS725+ zijn per direct verkrijgbaar, prijzen zijn afhankelijk van configuratie en schijfinhoud, maar reken op respectievelijk zo’n € 950 en € 450 voor de losse units.
