Een Zwitser hoeft maar twee dagen te werken voor een gloednieuwe iPhone 17. Een Amerikaan is na drie dagen klaar. In India duurt dat bijna een half jaar. En de Nederlander? Die moet naar schatting zes volle werkdagen maken om het toestel te kunnen betalen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Jemlit, gecombineerd met loondata van het CBS.
De onderzoekers van Jemlit.com berekenden in welke landen de iPhone 17 het meest – of juist minst – betaalbaar is, op basis van het aantal gewerkte uren dat nodig is om een basismodel aan te schaffen. In Zwitserland kost het toestel omgerekend zo’n 946 euro, terwijl het gemiddelde uurloon daar zo hoog ligt dat inwoners het toestel met 17 werkuren kunnen betalen. Ook in de VS zijn de verhoudingen gunstig: 21 uur werk voor een iPhone van ongeveer 754 euro.
Net geen 48 uur werk
Nederland staat niet in de officiële lijst, maar op basis van een geschatte prijs van 1.149 euro en een gemiddeld cao-uurloon van 24 euro (CBS) komt de Nederlander uit op net geen 48 uur werk – oftewel zo’n zes werkdagen. Daarmee doet Nederland het een stuk beter dan bijvoorbeeld Portugal of Hongarije, waar mensen er gemiddeld drie weken voor moeten werken.
In landen als Turkije, Vietnam en India ligt de verhouding volledig scheef. Door belastingen, lage lonen en zwakke valuta is een iPhone daar een luxeartikel van jewelste. In India moeten mensen met een gemiddeld uurloon van net iets meer dan een euro maar liefst 967 uur werken voor een iPhone 17. In Turkije kost het toestel bijna 1.900 dollar – ruim 120 procent meer dan in de VS.
Apple zal er weinig om malen: het bedrijf verdient nog altijd 5.670 dollar per seconde aan iPhone-verkopen. Dat is meer dan een modale Nederlandse werknemer in een heel jaar binnenhaalt.
