Ontlasting, ook wel bekend als poep of feces, is meer dan alleen afval; het is een cruciale indicator van je spijsvertering en algemene gezondheid. Dit ‘eindproduct’ van de spijsvertering verlaat het lichaam en vertelt ons veel over wat er binnenin gebeurt. Dat zaakje stinkt. Maar wat zit er eigenlijk in poep?
In het kort: poep (of ontlasting) is afval dat je lichaam overhoudt nadat het alle bruikbare voedingsstoffen uit je eten heeft gehaald.
Het bestaat voornamelijk uit:
- Water (het grootste deel, ongeveer 65% tot 85%).
- Onverteerbare voedselresten (zoals vezels).
- Bacteriën (ongeveer de helft van het gewicht van droge ontlasting is bacteriën).
- Afgeschilferde darmwandcellen.
- Stoffen die door het lichaam worden afgescheiden, zoals galkleurstoffen (deze geven de ontlasting de bruine kleur).
- Soms sporen van vet, eiwitten en koolhydraten die niet volledig zijn opgenomen.
Waarom poep je eigenlijk?
De belangrijkste taak van poep is om afval uit je lichaam te halen. Dat zijn dingen die je lichaam niet nodig heeft of die niet goed voor je zouden zijn als ze zouden blijven zitten. En ja, dat kan flink stinken.
Onverteerd eten naar buiten:
Sommige onderdelen van ons eten, zoals vezels, kunnen we niet verteren. Die helpen wel om je darmen goed te laten werken, maar moeten daarna weer naar buiten. Dat gebeurt via de poep.
Oude cellen en bacteriën weg:
In je darmen leven heel veel bacteriën die je helpen met verteren. Sommige daarvan sterven af, net als oude cellen van de darmwand. Ook die moeten we opruimen. Een groot deel van poep bestaat dus uit dode bacteriën en cellen.
Galstoffen afvoeren:
Je lever maakt gal om vetten te helpen verteren. In gal zitten afvalstoffen die uit oude rode bloedcellen komen. Die afvalstoffen verlaten je lichaam uiteindelijk via de poep. Daarom heeft poep vaak zijn bruine kleur.
En hoevaak poept een mens eigenlijk?
Dat verschilt per persoon, maar er is een ruime normale range.
Veel mensen poepen ongeveer één keer per dag, maar:
- 3 keer per dag is ook normaal
- 3 keer per week is óók normaal
Zolang het ongeveer hetzelfde ritme blijft en het poepen niet veel moeite of pijn kost, is het meestal helemaal prima.
Je eetgewoontes, hoeveel je drinkt, hoeveel je beweegt en hoe je darmen werken, bepalen samen hoe vaak je naar de wc moet.
Hoe vaak iemand poept, kan verschillen omdat ieder lichaam anders werkt. Bij sommige mensen bewegen de darmen snel. Zij verteren hun eten sneller en moeten daarom vaker naar het toilet. Bij anderen werken de darmen rustiger en blijft het eten wat langer in de darmen. Daardoor hoeven zij minder vaak te poepen. Beide situaties kunnen gewoon normaal zijn.
Ook wat je eet speelt een grote rol. Eten met veel vezels, zoals volkoren brood, groente en fruit, helpt de darmen om goed te bewegen. Daardoor moet je vaak sneller poepen. Als je weinig vezels eet, kan de ontlasting harder en droger worden, en duurt het soms langer voordat je naar de wc moet. Water drinken is daarbij belangrijk, want water zorgt ervoor dat je poep zacht blijft.
Beweging helpt ook. Als je veel beweegt, bewegen je darmen mee. Dat maakt poepen makkelijker. Als je vooral vaak stilzit, kan alles wat langzamer gaan. En ten slotte is ieder lichaam uniek: net zoals we verschillen in lengte of haarkleur, werkt ook de spijsvertering bij iedereen op een eigen manier. Daarom poept de een dagelijks en de ander maar een paar keer per week, en kan dat allemaal gewoon gezond zijn.
