Wat is het lekkerste gerecht voor Kerst? Een eenduidig antwoord is er eigenlijk niet te geven, toch doen wij een aardige poging. Met daarbij een fijn recept. Zodat jij weet wat te koken tijdens Kerst.
In het kort: het “lekkerste kerstgerecht” is er één dat luxe, warmte, gedeeld genieten en een vleugje drama op tafel brengt, denken wij. Daarom kiezen veel mensen — en chefs — voor…
Beef Wellington als ultiem kerstgerecht: het is indrukwekkend, vol van smaak en perfect voor samen aan tafel blijven.
Beef Wellington is zo’n gerecht dat meteen aan luxe doet denken. Het arriveert aan tafel als een soort culinaire cadeauverpakking: een perfect gegaarde ossenhaas, omhuld door paddenstoelen en bladerdeeg. Het voelt ouderwets chique, bijna aristocratisch. Maar waar komt het nou écht vandaan? De waarheid is minder glamoureus dan vaak wordt verteld — en net zoveel interessanter.

Ouder dan de naam doet vermoeden
Hoewel Beef Wellington vandaag bekendstaat als een typisch Brits klassiek gerecht, ligt de oorsprong niet in Groot-Brittannië maar in een eeuwenoude Europese kooktraditie: vlees in deeg. Al lang voordat iemand het woord Wellington op een menukaart zette, bakten koks in Frankrijk, Engeland en Midden-Europa stukken vlees in korstdeeg. Het Franse filet de boeuf en croûte lijkt qua techniek en opbouw bijvoorbeeld sterk op wat we nu Beef Wellington noemen.
Dit is dus geen gerecht dat plots in één geniale ingeving is ontstaan — het is eerder een evolutie van een beproefd principe uit de Europese keuken.
En dan die hertog…
Iedereen kent het klassieke verhaal: het gerecht zou bedacht zijn ter ere van Arthur Wellesley, de eerste hertog van Wellington, na zijn overwinning op Napoleon. Het klinkt prachtig, maar historisch bewijs ontbreekt volledig. Geen 19e-eeuws kookboek, geen menu met die naam, niets dat aantoont dat de hertog ooit zo’n gerecht at of dat het ter ere van hem werd ontwikkeld.

Toch heeft de naam waarschijnlijk wél iets met hem te maken — maar indirect. Na de Napoleontische oorlogen was de Britse elite niet happig op Franse namen aan tafel. Het zou daarom best kunnen dat filet en croûte simpelweg een patriotischer etiket kreeg: Beef Wellington in plaats van een Franse benaming. Er is zelfs een alternatieve verklaring waarin de vorm van het gerecht geassocieerd werd met de beroemde “Wellington-laarzen”, maar ook dat is nooit bewezen.
Met andere woorden: de link met de hertog is cultureel logisch, maar historisch onduidelijk.
Wanneer doken de eerste recepten op?
De naam duikt pas verrassend laat op. De eerste gedocumenteerde vermeldingen komen uit het begin van de 20e eeuw, niet uit de tijd van de hertog:
- 1903 – de naam fillet of beef à la Wellington verschijnt in een Amerikaanse krant.
- 1910 – een Pools kookboek noemt het gerecht polędwica wołowa à la Wellington.
- Jaren ’30 – in de VS begint Tenderloin of Beef Wellington langzaam bekender te worden.
Pas in de 20e eeuw groeit het uit tot een luxe restaurantklassieker, en later tot een culinair icoon voor feestdagen.
Wat we dus wél en níet weten
- We weten dat de techniek van vlees in deeg eeuwenoud is en dat Beef Wellington daaruit is voortgekomen.
- We weten dat het gerecht niet traceerbaar is naar een concreet recept uit de tijd van de hertog van Wellington.
- We weten dat het gerecht in zijn moderne vorm pas in de 20e eeuw breed bekend werd.
- We weten niet wie het bedacht heeft, of wanneer precies — en er is geen bewijs dat de hertog er daadwerkelijk mee te maken had.

En tóch blijft het magisch
Misschien maakt juist die onduidelijkheid Beef Wellington zo aantrekkelijk. Het is een gerecht dat luxe uitstraalt, maar waarvoor niemand de “persoonlijke copyrights” lijkt te bezitten. Het voelt Brits, het heeft Franse finesse, en het draagt een naam die zowel historie als heroïek oproept — zonder dat iemand met zekerheid kan zeggen waarom.
Wat wél vaststaat: Beef Wellington is uitgegroeid tot een symbool van het feestelijk diner. Niet door een heldendaad of een hertogelijk banket, maar simpelweg omdat het één van de mooiste manieren is om een prachtig stuk rundvlees te vieren.
Recept Beef Wellington
Hieronder staat een recept voor Beef Wellington dat zo dicht mogelijk aansluit bij de historische stijl en techniek zoals die in de Europese keuken vóór de moderne varianten werd gebruikt. Dus: geen moderne ingrediënten als truffelolie, prosciutto of foie gras, geen ingewikkelde sauzen en geen gimmicks. Dit is een klassieke ‘meat-in-pastry’ uitvoering die aansluit bij vroege 20e-eeuwse Wellington-receptuur en oudere filet en croûte tradities.
Beef Wellington – historische stijl
✦ Ingrediënten (6 personen)
- 1 hele ossenhaas (middelste deel, ca. 1–1,2 kg)
- 500 g champignons
- 2 sjalotten
- 2 el verse peterselie (fijngehakt)
- 1 tl tijm
- 2 el boter
- 2 el mosterd (Dijon of Engelse)
- 500 g bladerdeeg (of korstdeeg voor wie het volledig klassiek wil)
- 2 eidooiers
- Zout en zwarte peper
Opmerking bij authenticiteit
De moderne variant met prosciutto/ham werd pas veel later populair. In de historische basisversie wordt de duxelles rechtstreeks op het vlees aangebracht.
✦ Bereiding
1. Voorbereiden van het vlees
Dep de ossenhaas droog en breng rijkelijk op smaak met zout en zwarte peper.
Verhit een koekenpan met boter en schroei het vlees rondom hard aan, zodat er een bruine korst ontstaat.
Neem het vlees uit de pan en laat het volledig afkoelen.
Strijk vervolgens de mosterd over de gehele buitenkant van de haas.
In de oudere recepten is mosterd essentieel: niet voor smaakexplosie, maar om binding te geven tussen vlees en duxelles en om vocht in te sluiten.
2. Duxelles maken
Hak champignons en sjalotten zeer fijn.
Smelt boter in een pan en bak het mengsel rustig tot al het vocht verdampt is.
Voeg peterselie en tijm toe, breng op smaak met zout en peper, en laat volledig afkoelen.
De duxelles hoort droog te zijn — dit is historisch cruciaal om te voorkomen dat het deeg zompig wordt.
3. Verpakken
Rol het bladerdeeg uit tot een grote rechthoek.
Leg de afgekoelde duxelles in het midden in de vorm van het vlees en plaats de ossenhaas erop.
Vouw het deeg strak om het geheel heen en sluit de naden zorgvuldig.
Leg het pakket met de naad naar beneden op een bakplaat.
Klassiek detail: in historische recepten werd het deeg “aangeknepen” en afgezet met de achterkant van een mes voor extra stevigheid.
4. Afwerking
Bestrijk het deeg met de losgeklopte eidooiers.
Als je wilt, kun je restantdeeg bovenop gebruiken om decoratie aan te brengen (klassiek maar niet verplicht).
Oven
Verwarm de oven voor op 200 °C.
Bak de Wellington 40–50 minuten, afhankelijk van formaat en gewenste garing.
Laat het vlees minstens 10 minuten rusten voor het aansnijden.
Historische Wellington wordt warm gegeten, maar niet gloeiend heet uit de oven — even rusten geeft de juiste structuur en voorkomt dat de duxelles eruit loopt.
Serveren
Klassiek werd Beef Wellington zonder saus geserveerd, omdat het gerecht zelf de luxe is.
Wil je toch authentiek blijven maar iets erbij hebben, dan passen deze historische begeleiders:
- aardappelpuree of aardappelkroketjes
- gebakken wintergroenten
- eenvoudige bruine jus op basis van fond (niet over het deeg gieten, maar ernaast)
Voor wie écht historisch wil koken
Een nóg strengere, vroeg-19e-eeuwse aanpak vervangt bladerdeeg door kort korstdeeg (pâte brisée) en laat de mosterd achterwege. Dat resulteert in een meer rustieke, pâté-achtige uitvoering. De smaak is minder uitgesproken, maar wel historisch zeer geloofwaardig.
Alternatieven voor Beef Wellington
| Situatie | Geweldig alternatief | Waarom |
|---|---|---|
| Groot gezelschap | Lamsrack met kruidenkorst | Mooie presentatie en sneller te bereiden dan Wellington |
| Vegan/vegetarisch | Pompoen Wellington met kastanje en salie | Zelfde wow-factor, volledig plantaardig |
| Relaxte kerst zonder gedoe | Coq au vin of stoof met rode wijn | Voorbereiden kan dagen van tevoren, smaak wordt alleen maar beter |
| Kerstbrunch | Eggs Benedict met zalm | Luxe, maar snel en feestelijk |

