De razendsnelle opmars van kunstmatige intelligentie roept grote vragen op over de toekomst van onze samenleving. AI-ethicus Joris Krijger probeert daar antwoord op te geven in zijn nieuwe boek Onze kunstmatige toekomst, dat op 27 mei verschijnt bij uitgeverij Spectrum.
In dit 336 pagina’s tellende werk buigt Krijger zich niet zozeer over de technische kanten van AI, maar over de maatschappelijke gevolgen ervan. Want, zo stelt hij, de belangrijkste vragen rond AI gaan niet over code of algoritmes, maar over hoe wij als samenleving die technologie willen inzetten – en wat dat betekent voor ons dagelijks leven. Volgens Krijger is AI meer dan alleen een slimme tool; het verandert de manier waarop we denken, werken en met elkaar omgaan.
Krijger stelt dat ‘meer AI’ niet automatisch leidt tot vooruitgang. In zijn boek onderzoekt hij welke problemen AI misschien oplost, maar vooral ook welke nieuwe problemen erbij komen. Daarbij spaart hij de ethische dilemma’s niet. Want wat betekent het als machines steeds meer keuzes maken die voorheen aan mensen waren voorbehouden? En kunnen we als maatschappij eigenlijk wel bijbenen wat we zelf in gang zetten?
De auteur, die zichzelf tot een van de eerste officiële AI-ethici van Nederland mag rekenen, werkt als ethiek- en AI-specialist bij ASN Bank en doet promotieonderzoek aan de Erasmus Universiteit. Hij publiceerde eerder in Trouw en de Volkskrant, en zit in de redactie van het wetenschappelijke tijdschrift AI & Ethics. Voor wie AI vooral ziet als een handige uitvinding, is Onze kunstmatige toekomst wellicht een nuchtere wake-up call.
Het boek kost € 22,99 als paperback, of € 14,99 als e-book. Of het een toekomstbeeld schetst waar je vrolijk van wordt, laat Krijger aan de lezer zelf over.
