Na 37 jaar duikt Huub Stapel opnieuw de Amsterdamse grachten in als rechercheur Eric Visser in Amsterdamned II. De sequel op de iconische thriller van Dick Maas uit 1988 is vanaf 4 december te zien, en volgens Stapel is het “leuker en verrassender” dan het origineel. Dat vertelt hij in een uitgebreid interview met de Volkskrant.
De inmiddels 70-jarige acteur keerde terug naar het dak van Hotel De L’Europe – dezelfde plek waar een sleutelscène werd opgenomen. Daar mijmert hij over het originele script, zijn gebroken ribben en een jetski: “Na drie weken stond ik weer op die speedboot, met een korset om. Geef mij een jetski en ik ga gewoon.” Zijn jongensdromen zijn grotendeels uitgekomen, inclusief vliegen in een F-16 en Shakespeare spelen. Toch is de terugkeer naar Amsterdamned een opmerkelijke zet: “Als ik dat zou doen, moest het leuker zijn dan de eerste. En dat is het.”
Amsterdamned 2: leuker dan de eerste
Over de inhoud van de film maakt Stapel zich geen illusies: diepe lagen hoef je niet te verwachten. “Het is rechtdoor naar school en kantoor,” zegt hij lachend. Wel is rechercheur Visser ouder geworden, iets cynischer misschien, boos over vegetarische biefstuk en iets te gretig richting jonge caissières. Volgens Stapel raakt de film daarmee aan het tijdsgewricht: “In het wokisme zijn we een beetje doorgeschoten. Ik ben dol op kinderen, maar tegenwoordig geef je een kind geen aai meer zonder dat mensen raar kijken.”
Die uitgesproken mening is Stapel nooit kwijtgeraakt. Ook in Amsterdamned II is hij nog steeds de man die liever vaart dan nuanceert. Maar ook achter de stoere façade blijkt kwetsbaarheid. “Ik ben opgevoed met een te groot gevoel voor rechtvaardigheid,” zegt hij tegen De Volkskrant. En hij kan nog altijd fel uit de hoek komen, of het nu over woke, Gaza, of de sluiting van het Zuyderland ziekenhuis in Heerlen gaat. “Ze naaien de mensen die niets hebben wéér een oor aan.”
Met Amsterdamned II krijgen kijkers een stukje nostalgie terug, compleet met grachten, moord en Huub Stapel op volle snelheid. Of zoals hij zelf zegt: “Het leukste wat er bestaat natuurlijk. Dat zijn allemaal jongensdromen.”


