De Nederlandse game-industrie heeft in 2024 een omzet van maar liefst 1,8 miljard euro binnengehengeld. Dat is 300 miljoen euro meer dan in 2023, een stijging van 20%. Absurd? Zeker. Maar ergens ook logisch, want de hele wereld gamet tegenwoordig – en Nederland doet vrolijk mee. Dat blijkt uit cijfers van Games Sales Data en AppMagic, verzameld in opdracht van de Videogames Federatie Nederland (VGFN).
De groei komt uit alle hoeken van de markt: consoles, pc’s, en vooral mobiele games doen het goed. Digitale aankopen blijven domineren, terwijl fysieke exemplaren steeds verder uit beeld verdwijnen. Geen verrassingen daar – wie koopt er anno 2024 nog een schijfje?
De populairste console in Nederland blijft de PlayStation 5, gevolgd door de Nintendo Switch en de Xbox Series X|S. Op gamegebied voert EA Sports FC 25 de lijst aan, op de voet gevolgd door – jawel – Super Mario Party Jamboree en Mario Kart 8 Deluxe. Op pc blijft Minecraft onverslaanbaar, met Farming Simulator verrassend sterk op plek twee én drie.
Opvallend is hoe breed games zijn ingebed in het dagelijks leven. Nederland telt ruim 10 miljoen gamers, met een gemiddelde leeftijd van 31 jaar. En het beeld van de jongen op zolder met energy drink en headset? Achterhaald. De verdeling man/vrouw is bijna gelijk, en ouders gamen tegenwoordig vrolijk mee met hun kinderen – 76% zegt dat zelfs expliciet te doen.
Ouders zijn bovendien best betrokken: 90% maakt afspraken over gametijd, 75% gebruikt ouderlijk toezicht, en 73% zoekt actief informatie over wat hun kroost speelt. Maar er is ook werk aan de winkel: minder dan de helft kent het PEGI-leeftijdssysteem, dat bedoeld is om games te beoordelen op geschiktheid.
De cijfers laten zien dat gamen inmiddels geen niche meer is, maar mainstream cultuur. De vraag is dus niet óf je gamet, maar wát je speelt.
