Ouders zijn steeds minder bang voor het enge, enge internet vol geweld, verslaving en emotioneel afgestompte pubers met vierkante ogen. Sterker nog: ze beginnen videogames zowaar een beetje te snappen. Uit een onderzoek van de Videogames Federatie Nederland (VGFN) blijkt dat ouders niet alleen regels stellen aan het gamegedrag van hun kinderen, maar ook écht willen weten wat die kids nou precies aan het doen zijn. Dat blijkt uit een enquête onder 1.030 ouders van kinderen tussen de 4 en 17 jaar.
Volgens het onderzoek zegt 88 procent van de ouders ‘voldoende grip’ te hebben op het gamegedrag van hun kind. Dat klinkt wat alsof ze een joystick vasthouden terwijl hun kind zit te gamen, maar het idee is duidelijk: ze letten erop. Niet alleen qua tijd — want ja, huiswerk moet eerst — maar ook qua inhoud. Dus niet meer: “Hij speelt iets met geweren, zal wel slecht zijn.” Maar: “Welke game is dat eigenlijk, en waarom vindt hij dat leuk?” Het zijn kleine stappen, maar hé, vooruitgang.
Gamen na huiswerk
De meeste ouders hebben hun regels best op orde: twee derde laat gamen pas toe als het huiswerk af is, en een derde koppelt schermtijd aan goed gedrag. Ook zijn er duidelijke tijdslimieten: 76 procent hanteert een maximum aantal speeluren per week. De klassieke ‘na school of in het weekend’-regel is ook nog springlevend. Maar waar ouders eerder vooral bang waren dat hun kind een zombie werd, is nu bijna de helft gewoon nieuwsgierig naar de game zelf. Kijk aan.
Wat ook helpt: ouders zien inmiddels dat games niet alleen maar slecht zijn. Meer dan de helft ziet verbetering in de Engelse taal, de helft noemt toegenomen creativiteit, en zelfs sociale vaardigheden en intelligentie krijgen een eervolle vermelding. Een ouder-kindgesprek over Minecraft in plaats van alleen “zet dat ding nou eens uit” — het is 2025 en het kan gewoon.
Voor ouders die niet weten wat hun kind doet, maar wel willen doen alsof ze dat wél weten, is er de site www.rulethegame.nl. Met uitleg over games, handige tools en — laten we eerlijk zijn — de geruststelling dat je als ouder niet helemaal aan het afglijden bent.


