Er was een tijd waarin een smartphone onder de 150 euro vooral één ding was: een compromis. Traag, plastic, een camera waar je liever niet over sprak en software die bij het uitpakken al verouderd voelde. Wie weinig te besteden had, moest vooral genoegen nemen met minder. Maar die tijd ligt inmiddels achter ons. De budgetsmartphone is volwassen geworden. Niet perfect, maar verrassend capabel. En soms zelfs ronduit slim gekozen.
De vraag is alleen: welke dan? Want juist in het lagere segment is het aanbod enorm. Elk merk lijkt meerdere modellen te hebben die nét onder die psychologische grens van 150 euro blijven. Grote schermen, forse accu’s, steeds hogere verversingssnelheden, beloftes over updates en camera’s met indrukwekkende megapixelcijfers. Het ziet er allemaal aantrekkelijk uit, maar lang niet alles blijkt in de praktijk even relevant.
Dit artikel kijkt daarom niet naar losse specificaties, maar naar het totaalplaatje. Wat krijg je werkelijk voor je geld? Welke concessies zijn logisch, en waar moet je als koper scherp op zijn? En vooral: welke toestellen laten zien hoe ver de budgettelefoon in 2025 is gekomen? Eigenlijk net als ons artikel met de beste schoolgadgets tot 200 euro, eigenlijk.
Waarom budgettelefoons juist nu interessant zijn
De opmars van goede smartphones onder de 150 euro heeft meerdere oorzaken. De belangrijkste is schaal. Componenten die vijf jaar geleden nog exclusief waren voor middenklassers – grote accu’s, snelle laadtechnieken, degelijke schermen – zijn inmiddels goedkoop genoeg om ook in instapmodellen te belanden. Tegelijkertijd is de smartphone zelf een relatief volwassen product geworden. De grote innovaties zitten vooral in de bovenkant van de markt, terwijl de basis al jaren stabiel is.
Daar komt bij dat fabrikanten steeds beter begrijpen waar ze op kunnen besparen zonder de gebruikservaring direct te breken. Geen glazen achterkant, geen draadloos laden, geen telelens. Dat missen de meeste gebruikers niet. Wat ze wél merken, is of een telefoon soepel aanvoelt, of de batterij het einde van de dag haalt en of apps niet voortdurend opnieuw moeten laden.
Juist op die punten zijn budgettelefoons de afgelopen jaren enorm vooruitgegaan.
Wat je niet moet verwachten (en wat wél)
Laten we eerlijk zijn: een telefoon onder de 150 euro gaat geen wonderen verrichten. Zware games, uitgebreide videobewerking of avondfotografie op hoog niveau blijven lastig. Ook zijn camera’s vaak goed bij daglicht, maar beperkt zodra het donker wordt. En software-ondersteuning verschilt sterk per merk.
Maar daar staat veel tegenover. Voor dagelijks gebruik – berichten, sociale media, navigatie, muziek, video – zijn veel van deze toestellen prima geschikt. Sterker nog: voor een grote groep gebruikers zijn ze meer dan voldoende. En juist omdat de verwachtingen realistisch zijn, vallen de positieve verrassingen des te meer op.
De stille winnaar: de complete allrounder
In het huidige aanbod is er één type toestel dat er telkens weer uitspringt: de betaalbare allrounder. Geen uitgesproken specialiteiten, maar overal nét goed genoeg. Een groot en scherp scherm, een accu waar je je geen zorgen over hoeft te maken, een hoofdcamera die overdag betrouwbare foto’s aflevert en software die niet in de weg zit.
Dit soort toestellen bewijst dat de grens tussen budget en middenklasse is vervaagd. Ze voelen niet meer als noodoplossingen, maar als bewuste keuzes. Zeker voor mensen die hun telefoon vooral functioneel gebruiken, zonder behoefte aan de nieuwste snufjes, is dit inmiddels een logische categorie geworden.
Wat daarbij helpt, is dat fabrikanten hun updatebeleid serieuzer nemen. Met name merken die zich richten op een breed publiek beloven langere ondersteuning, wat de levensduur van deze toestellen aanzienlijk verlengt. In een tijd waarin duurzaamheid en langer gebruik steeds belangrijker worden, is dat geen detail.
Accu’s: groter dan ooit, en dat merk je
Een van de grootste pluspunten van moderne budgettelefoons is de batterijduur. Waar duurdere modellen steeds dunner worden en daardoor soms worstelen met accucapaciteit, gaan goedkopere toestellen juist de andere kant op. Grote behuizingen, minder complexe hardware en energiezuinige schermen zorgen ervoor dat twee dagen gebruik geen uitzondering meer is.
Voor veel gebruikers is dat misschien wel het belangrijkste voordeel. Geen stress over opladen, geen powerbank in de tas, geen lege telefoon aan het eind van een lange dag. In de praktijk blijkt dat vaak meer waard dan een iets snellere processor of een extra camera.
Sommige modellen maken het helemaal bont en combineren zo’n grote accu met redelijk snel laden. Dat is een combinatie die je een paar jaar geleden alleen in hogere segmenten zag.
Schermen: groter, vloeiender, beter
Ook op schermgebied is de vooruitgang duidelijk zichtbaar. Grote displays zijn de norm geworden, zelfs onder de 150 euro. En waar eerder vooral lage resoluties en matige helderheid domineerden, zien we nu steeds vaker fatsoenlijke panelen met hoge verversingssnelheden.
Dat laatste klinkt als een luxe, maar maakt in de praktijk echt verschil. Scrollen door sociale media, het openen van apps en simpele animaties voelen merkbaar soepeler aan. Het is een subtiele verbetering, maar wel een die dagelijks plezier oplevert.
Natuurlijk zijn er grenzen. De kleurweergave en maximale helderheid halen het niet bij duurdere OLED-schermen, maar voor binnengebruik en normaal dagelijks gebruik is het niveau verrassend hoog.
Camera’s: minder marketing, meer realisme
Camera’s blijven het lastigste onderdeel van budgettelefoons. Fabrikanten schermen graag met hoge megapixelgetallen en meerdere lenzen, maar in de praktijk draait het vooral om de hoofdcamera. En die is tegenwoordig vaak prima, zolang de omstandigheden meewerken.
Bij daglicht maken veel toestellen scherpe, contrastrijke foto’s die zonder schaamte gedeeld kunnen worden. Voor sociale media, vakantiekiekjes en alledaagse momenten is dat meer dan genoeg. Zodra het licht minder wordt, zie je echter snel de beperkingen. Ruis, minder detail en tragere verwerking zijn dan onvermijdelijk.
Wie veel waarde hecht aan fotografie, zal dit segment dus nooit als eerste keuze zien. Maar voor wie realistische verwachtingen heeft, valt er weinig te klagen.
Software: het verschil zit in de details
Misschien wel het meest onderschatte aspect van budgettelefoons is de software. Niet zozeer de versie van Android zelf, maar de manier waarop die wordt onderhouden. Sommige fabrikanten leveren een schone, overzichtelijke ervaring met minimale aanpassingen. Andere overladen hun toestellen met extra apps en diensten die weinig toevoegen.
Op de lange termijn maakt dat een groot verschil. Een telefoon die bij aankoop al traag aanvoelt of vol staat met overbodige software, wordt zelden beter met de tijd. Daarom loont het om niet alleen naar hardware te kijken, maar ook naar reputatie en updatebeleid.
Opvallend is dat juist in het lagere segment sommige merken hier sterk op inzetten. Lange ondersteuning, beveiligingsupdates en stabiele software blijken een krachtig verkoopargument te zijn geworden.
Voor wie is een telefoon onder 150 euro ideaal?
Het korte antwoord: voor meer mensen dan je misschien denkt. Scholieren, senioren, mensen die hun toestel vooral functioneel gebruiken, of simpelweg iedereen die geen 800 euro wil uitgeven aan iets wat vooral moet werken. Ook als tweede telefoon, werktoestel of vakantietoestel zijn deze modellen aantrekkelijk.
Wat daarbij helpt, is dat het gevoel van “goedkoop” grotendeels verdwenen is. De materialen zijn eenvoudiger, ja. Maar de gebruikservaring voelt zelden nog echt ondermaats. Dat is misschien wel de grootste overwinning van de moderne budgetsmartphone.
De keuze voor een telefoon onder de 150 euro is uiteindelijk geen kwestie van wat er allemaal niet kan, maar van wat je écht nodig hebt. Wie dat helder heeft, kan in dit segment verrassend goed slagen. De markt is volwassen, het aanbod breed en de verschillen zitten vaak in nuances.
Het loont om niet blind te staren op specificaties, maar te kijken naar balans. Een iets mindere camera in ruil voor betere software. Een iets eenvoudiger scherm in ruil voor twee dagen batterij. Dat soort keuzes bepalen of een toestel na een maand irriteert of juist ongemerkt zijn werk doet.
Conclusie: goedkoop is niet langer gelijk aan slecht
De beste telefoons onder de 150 euro laten zien hoe ver de smartphone-industrie is gekomen. Wat ooit een categorie van noodoplossingen was, is uitgegroeid tot een volwaardig alternatief voor wie geen behoefte heeft aan luxe of status.
Dat betekent niet dat elk goedkoop toestel automatisch goed is. Maar wie kritisch kiest, kan anno nu voor weinig geld een smartphone kopen die betrouwbaar, prettig in gebruik en verrassend compleet is. En misschien is dat wel de grootste luxe van allemaal: een telefoon die gewoon doet wat hij moet doen, zonder dat je er elke dag aan herinnerd wordt hoeveel hij gekost heeft.
Wie door dat woud aan modellen heen kijkt, komt uiteindelijk uit bij één toestel dat er consequent bovenuit steekt. Niet omdat het alles het beste doet, maar omdat het vrijwel nergens door de mand valt. De smartphone die onder de 150 euro momenteel de beste keuze is, is de Xiaomi Redmi 14C.
Waarom juist deze telefoon eruit springt
De kracht van de Redmi 14C zit niet in één opvallende eigenschap, maar in balans. Dat klinkt misschien weinig spannend, maar juist in het budgetsegment is dat zeldzaam. Veel goedkope smartphones kiezen een duidelijke focus: een enorme batterij ten koste van snelheid, of een groot scherm met een zwakke camera. De Redmi 14C doet dat niet. Hij probeert niet te imponeren, maar te functioneren. En dat lukt.
Het scherm is daar een goed voorbeeld van. Met zijn grote formaat en hoge verversingssnelheid voelt alles net iets soepeler aan dan bij de meeste concurrenten in deze prijsklasse. Scrollen door apps, door nieuws of sociale media gaat merkbaar prettiger. Het is geen high-end paneel, maar wel een scherm waar je dagelijks plezier van hebt. En dat is precies wat telt.
Ook de batterij speelt een belangrijke rol. Met een capaciteit die ruim voldoende is voor een volle dag intensief gebruik – en vaak zelfs meer – verdwijnt de constante zorg over opladen naar de achtergrond. Dat klinkt als een detail, maar in de praktijk is het een van de belangrijkste eigenschappen van een telefoon. Een toestel dat je vertrouwen geeft dat hij het einde van de dag haalt, wint altijd van eentje die op papier sneller is maar halverwege de middag leegloopt.
De camera: realistisch goed
Camera’s zijn traditioneel het zwakke punt van goedkope smartphones, en dat is hier niet anders. Maar de Redmi 14C laat zien hoe ver dit segment is gekomen. De hoofdcamera levert bij daglicht scherpe, contrastrijke foto’s die zonder schaamte gedeeld kunnen worden. Geen kunstgrepen, geen overmatige nabewerking, maar gewoon betrouwbare beelden.
Is hij geschikt voor nachtfotografie of complexe situaties? Nee. Maar dat is ook geen eerlijke verwachting bij dit budget. Wat belangrijker is: hij doet wat je ervan vraagt in alledaagse omstandigheden. En daarin presteert hij consistenter dan veel concurrenten die pronken met meerdere lenzen maar in de praktijk weinig toevoegen.
Voor de gemiddelde gebruiker – iemand die foto’s maakt van kinderen, huisdieren, vakanties of etentjes – is dit niveau meer dan voldoende. Het is een camera die je niet in de weg zit, en dat is misschien wel het grootste compliment.
Software en gebruikservaring maken het verschil
Een smartphone is meer dan hardware. Juist bij goedkope modellen bepaalt software of een toestel na een paar maanden begint te irriteren of juist onopvallend zijn werk blijft doen. De Redmi 14C scoort hier beter dan veel alternatieven.
De interface is overzichtelijk, reageert vlot genoeg en heeft voldoende werkgeheugen om dagelijkse taken zonder haperingen uit te voeren. Apps blijven open, schakelen voelt logisch en het toestel blijft ook na langere tijd redelijk soepel. Dat is geen vanzelfsprekendheid in deze prijsklasse.
Belangrijker nog: de telefoon voelt niet alsof hij bij aankoop al op zijn limiet zit. Dat geeft vertrouwen. Je koopt geen toestel dat over zes maanden traag aanvoelt, maar een smartphone die meegroeit met normaal gebruik. Dat maakt hem niet alleen prettig, maar ook duurzaam.
Voor wie is dit de beste keuze?
De Redmi 14C is geen telefoon voor techliefhebbers die elk detail willen tweaken of de nieuwste innovaties zoeken. Het is een toestel voor mensen die hun smartphone als gereedschap zien. Voor wie wil appen, bellen, navigeren, foto’s maken, video kijken en dat alles zonder gedoe.
Dat maakt hem geschikt voor een brede groep gebruikers: scholieren, studenten, senioren, maar ook volwassenen die simpelweg geen honderden euro’s willen uitgeven aan iets dat vooral betrouwbaar moet zijn. Ook als werktelefoon of tweede toestel is dit een logische keuze.
Vier slimme alternatieven: voor wie nét andere prioriteiten heeft
Hoewel de Xiaomi Redmi 14C mijn favoriete keuze is onder 150 euro omdat hij overal een goede balans biedt tussen scherm, accu, camera en gebruikservaring, zijn er verschillende andere toestellen die op bepaalde punten juist nét iets interessanter kunnen zijn. Afhankelijk van wat jij belangrijk vindt, kan een van deze vier alternatieven een nóg betere match zijn voor jouw gebruik.
1. Samsung Galaxy A16 – voor wie een top-scherm en lang support wil
Niet iedereen hecht evenveel waarde aan software-ondersteuning en schermkwaliteit, maar als dat wél belangrijk voor je is, dan is de Samsung Galaxy A16 een aantrekkelijke keuze. Dit toestel combineert een groot en relatief scherp scherm met een fragile maar kleurrijke weergave die je in deze prijsklasse zelden ziet, en het vooruitzicht van meerdere jaren aan beveiligings- en Android-updates — iets wat bij veel goedkope telefoons ontbreekt. Dat maakt hem vooral interessant als je je telefoon een paar jaar wilt blijven gebruiken zonder dat software je beperkt.
Qua prestaties doet hij niet veel onder voor de concurrentie: hij voert de dagelijkse taken probleemloos uit en biedt een ruime accu die je zonder stress door een dag heen sleept. De camera’s zijn geen wondermodulen, maar vullen hun rol prima aan voor foto’s bij daglicht en snelle kiekjes. Kortom, kies de Galaxy A16 als je vooral een solide scherm en lange levensduur wilt in plaats van de hoogste spec-cijfers.
2. Motorola Moto G15 – degelijke all-round uitvoering met extra focus op camera
Een ander alternatief dat indruk maakt, is de Motorola Moto G15. Waar veel budgettelefoons geneigd zijn om ergens te besparen, heeft de Moto G15 een iets betere balans als je fotografie belangrijk vindt zonder dat je prestaties of batterijduur meteen wilt opofferen. De camera’s zijn verrassend capabel voor deze prijsklasse, en het schoon-aanvoelende Android-systeem draagt bij aan een prettige gebruikservaring.
De accuduur is eveneens sterk; je komt makkelijk een volle dag met normaal gebruik door. En hoewel hij op papier iets minder snel kan zijn dan sommige concurrenten, voelt de algehele ervaring niet traag aan in het dagelijks gebruik. Deze combinatie maakt de Moto G15 een aantrekkelijke keuze als je graag foto’s maakt en een betrouwbare all-rounder zoekt.
3. POCO C85 – de batterijkampioen met groot scherm
Als je op zoek bent naar een budgettelefoon die vooral één ding écht goed doet, dan is de POCO C85 een verrassend sterke keuze binnen dit segment. In een prijsklasse waar energiezuinigheid en schermformaten steeds belangrijker worden, pakt dit model uit met een zeer royale 6000 mAh-accu. Die capaciteit betekent in de praktijk dat je zonder stress twee dagen intensief gebruikt kunt doorkomen — iets wat bij veel andere budgettoestellen nog wel eens een uitdaging is — en dankzij 33 W snel opladen laad je de batterij bij als het echt nodig is zonder uren aan de kabel gekluisterd te zitten.
De batterij blijft netjes de hele dag mee gaan en het toestel biedt voldoende opslag en geheugen, wat je bij veel budgettoestellen als luxe mag beschouwen. Het is een goede alternatieve keuze als je veel waarde hecht aan beeldkwaliteit en een moderne camera-ervaring zonder de hoofdprijs te betalen.
Veelgestelde vragen over smartphones onder de 150 euro
1. Zijn smartphones onder de 150 euro tegenwoordig echt goed genoeg voor dagelijks gebruik?
Ja. Voor bellen, appen, sociale media, navigatie, video en lichte fotografie zijn moderne budgetsmartphones meer dan toereikend. Ze zijn niet bedoeld voor zware games of professionele fotografie, maar voor alledaags gebruik functioneren ze betrouwbaar en stabiel. Het gevoel van “noodoplossing” is grotendeels verdwenen.
2. Waar moet ik vooral op letten bij het kiezen van een goedkope smartphone?
Niet op losse specificaties, maar op balans. Accuduur, schermkwaliteit, software-ervaring en voldoende werkgeheugen zijn belangrijker dan hoge megapixelcijfers of extra camera’s. Een toestel dat nergens echt door de ondergrens zakt, blijkt in de praktijk prettiger dan een telefoon die één ding goed doet en de rest laat liggen.
3. Wat mag ik níét verwachten van een telefoon onder de 150 euro?
Zware games, uitgebreide videobewerking en goede nachtfotografie blijven lastig. Ook verschillen software-updates sterk per merk. Wie realistische verwachtingen heeft, zal echter merken dat de beperkingen minder groot zijn dan vroeger en dat de meeste dagelijkse taken probleemloos verlopen.
4. Waarom is batterijduur zo’n belangrijk voordeel bij budgettelefoons?
Omdat veel goedkope smartphones juist grotere accu’s hebben dan duurdere modellen. Minder complexe hardware en grotere behuizingen zorgen ervoor dat één tot twee dagen gebruik heel normaal is. In de praktijk blijkt dat voor veel gebruikers belangrijker dan extra snelheid of camerafuncties.
5. Welke smartphone is volgens dit artikel de beste keuze onder de 150 euro?
De Xiaomi Redmi 14C. Niet omdat hij alles het beste doet, maar omdat hij nergens tekortschiet. Hij biedt een groot en soepel scherm, een betrouwbare accuduur, een prima camera bij daglicht en een stabiele software-ervaring. Juist die balans maakt hem de meest verstandige keuze in deze prijsklasse.
