Wie dacht dat je anno 2025 net zo relaxed Europa doorkachelt met de trein als met een easyJet-vlucht, komt bedrogen uit. Een nieuwe analyse van Evisumservice.nl laat zien dat de internationale trein in de meeste gevallen nog steeds kansloos is tegenover het vliegtuig. Tenzij je naar Berlijn gaat – dan ben je eindelijk eens goedkoper uit. Al moet je daar dan wel tweeënhalf uur extra voor op een stoeltje zitten.
Voor negen van de tien populaire Europese steden geldt simpelweg: vliegen is sneller én goedkoper. Een retourtje Barcelona met de trein kost je bijvoorbeeld 706 euro. Ja, je leest het goed. Zeshonderdzes euro. En dan zit je dus wél twaalf uur in de trein. Het vliegtuig doet er minder dan 4,5 uur over (inclusief inchecktijd) en kost… 160 euro. Reken maar uit. Naar Edinburgh wordt het zelfs bijna absurdistisch: 979 euro voor de trein, tegen 160 euro voor het vliegtuig. En je wint ook nog eens zes uur reistijd.
Alleen het ‘railretourtje’ Berlijn redt de eer van de trein: 180 euro tegenover 367 euro voor een retour met het vliegtuig. Maar ook daar duurt de rit met de trein gewoon flink langer. Volgens Evisumservice.nl maakt dat de trein – ondanks z’n groene imago – nauwelijks een serieus alternatief. “Zolang kaartjes vier tot vijf keer duurder zijn, kiest bijna niemand bewust voor de trein,” zegt Mattijs Wijnmalen van het bedrijf. Hij pleit voor een Europees plan: sneller spoor, lagere prijzen.
Toevallig – of niet – komt dit rapport nét voor de verkiezingen. En jawel: politieke partijen buitelen over elkaar heen met OV-plannen. GroenLinks-PvdA wil een maandticket van 59 euro voor al het openbaar vervoer, Volt wil een Europees hogesnelheidsnetwerk. Mooie ideeën, maar voorlopig zit je dus nog gewoon duur, langzaam én lichtelijk gefrustreerd in de trein naar Madrid.
Goedkoper of sneller: reizen per trein of vliegtuig?
