Draadloos opladen is inmiddels zo ingeburgerd dat zelfs het koffiezetapparaat in de stationsrestauratie weet wat een oplaadpad is. Toch vond het Wireless Power Consortium (de club achter de Qi-standaard) dat het tijd werd voor een upgrade. Die upgrade heet Qi2. En nee, dat spreek je niet uit als ‘chie-twee’, maar als ‘tsjie-twee’.
Qi2 is de opvolger van de bestaande Qi-standaard en belooft vooral meer efficiëntie, snellere laadtijden en minder gestuntel met het precies goed neerleggen van je telefoon. Het grote verschil met het oude Qi is dat Qi2 werkt met magneten – precies zoals Apple het doet met MagSafe. In feite is MagSafe zelfs de basis geweest voor Qi2: Apple deelde zijn technologie zodat álle fabrikanten ermee aan de slag kunnen. Het gevolg? Een universele standaard die straks in meer telefoons en accessoires zit, ongeacht het merk.
De voordelen zijn duidelijk. Je hoeft je telefoon niet meer pixelprecies op een oplaadpad te leggen: de magneet klikt hem vanzelf op de juiste plek. En omdat hij precies op de spoelen ligt, gaat er minder energie verloren en wordt je toestel sneller en efficiënter opgeladen. Daarnaast kunnen Qi2-opladers straks ook oordoppen, horloges en andere gadgets opladen – zolang die voldoen aan de standaard.
Moet jij daar nu iets van vinden? Ja, eigenlijk wel. Qi2 maakt draadloos opladen eindelijk écht gebruiksvriendelijk. Fabrikanten zoals Belkin en Anker hebben al Qi2-opladers aangekondigd en nieuwe smartphones van onder andere Samsung, Apple en Google krijgen vanaf eind 2024 ondersteuning. Oude Qi-opladers werken voorlopig nog gewoon, maar als je toch toe bent aan een nieuwe, is het slim te kiezen voor Qi2. Het maakt de rompslomp van kabels en vage laadposities net een stukje kleiner.
Een laatste troef van Qi2 is de universele belofte: het maakt niet uit of je een iPhone of Android-telefoon hebt, zolang je toestel maar geschikt is. En dát maakt deze standaard misschien wel de eerste echte draadloze standaard die werkt zoals beloofd.
