Iedereen draagt tegenwoordig iets slims om z’n pols. Van Apple Watch tot Galaxy Watch, van Garmin tot Huawei: smartwatches zijn overal. Ze tellen je stappen, meten je hartslag, lezen je berichten voor en doen soms zelfs moeilijk over je nachtrust. Maar waar begon het eigenlijk allemaal? Wat was de allereerste smartwatch ooit? Het antwoord is niet zo simpel als je denkt — en het begint verrassend vroeg.
Wie denkt dat de smartwatch een uitvinding van Silicon Valley in de jaren 2010 is, heeft het mis. De wortels van de slimme horloges gaan terug tot de jaren zeventig, toen digitale uurwerken nog sciencefiction leken. In 1972 bracht het Amerikaanse merk Pulsar — destijds onderdeel van Hamilton Watch Company en later overgenomen door Seiko — het eerste volledig elektronische horloge op de markt: de Pulsar Time Computer. Het was een wonder van techniek: geen wijzers, geen mechanisch uurwerk, maar een digitaal LED-scherm. Drukte je op de knop, dan lichtte de tijd op in felrode cijfers. Kostte toen bijna 2.100 dollar, dus meer dan een kleine auto. Het was niet “smart” in de zin van vandaag, maar het legde wel de basis.
In de jaren tachtig begon het echt te kriebelen bij fabrikanten. Japan liep voorop: Seiko introduceerde in 1982 de Seiko TV Watch, een horloge met — jawel — een ingebouwd mini-televisiescherm. In 1984 volgde de Data 2000, waarmee je via een extern toetsenbord notities kon invoeren. En een paar jaar later kwam de Seiko RC-1000 Wrist Terminal, die je via een seriële kabel aan je computer kon koppelen. Klinkt misschien onhandig, maar dit was pure innovatie. In feite was de RC-1000 het eerste horloge dat kon communiceren met een andere computer — de geboorte van de smartwatch, volgens veel historici.

Daarna volgde een reeks merkwaardige experimenten. Casio gooide eind jaren tachtig en begin jaren negentig een hele reeks digitale horloges op de markt met rekenmachines, telefoonnummers, databanken en wereldklokken. Sommige konden zelfs muziek afspelen of IR-signalen gebruiken als afstandsbediening voor je tv. Ze zagen eruit als iets uit Knight Rider — en dat was precies de bedoeling. Casio’s databankhorloges waren cool, futuristisch, en stiekem best handig. Toch werden ze nooit echt mainstream; het waren speeltjes voor nerds, niet voor de massa.
De eerste smartwatch zoals we die vandaag kennen — met connectiviteit, updates en slimme notificaties — kwam pas in 2004, en opmerkelijk genoeg niet van Apple of Samsung, maar van Microsoft. Hun SPOT-horloge (Smart Personal Object Technology) kon via FM-radio kleine stukjes data ontvangen: nieuws, weer, aandelenkoersen en berichten. Geen Bluetooth, geen WiFi, maar een eigen netwerk dat Microsoft speciaal had opgezet. De SPOT was zijn tijd ver vooruit, maar ook een commerciële mislukking. De batterijen waren slecht, het netwerk duur, en niemand zat echt te wachten op e-mails via de ether. Toch legde het de blauwdruk voor wat later zou komen.
Toen Apple in 2015 de Apple Watch presenteerde, leek het ineens alsof de smartwatch “uitgevonden” was. Maar in werkelijkheid bouwde Apple voort op meer dan veertig jaar experimenteren, falen en innoveren. Waar Microsoft met data probeerde te pionieren, deed Apple wat het altijd goed doet: alles bij elkaar brengen in één naadloos ecosysteem. Combineer dat met een strak design, een App Store en slimme marketing, en ineens was de smartwatch geen geek-gadget meer, maar een modeaccessoire.

Vandaag is de smartwatch mainstream. Niet alleen Apple, maar ook Samsung, Garmin, Huawei, Fitbit en talloze andere merken doen mee. We meten onze hartslag, onze slaap, onze stress, ons zuurstofgehalte en zelfs onze menstruatiecyclus met dat ding om de pols. We betalen ermee, navigeren ermee, en gebruiken het als sleutel voor onze auto. De smartwatch is van gimmick tot gezondheidsplatform uitgegroeid — iets wat de makers van de eerste digitale horloges zich nooit hadden kunnen voorstellen.
Toch is het mooi om even terug te kijken. Want de vraag “Wat was de eerste smartwatch?” heeft geen eenduidig antwoord. Was het de Pulsar uit 1972, die het digitale tijdperk inluidde? De Seiko RC-1000 uit 1984, die kon praten met computers? Of de Microsoft SPOT uit 2004, die het eerste echte ‘connected’ horloge was? Feit is dat elke generatie een stukje van de puzzel heeft gelegd. Zonder die pioniers geen Apple Watch, geen Galaxy Watch, geen Garmin met hartslagzones. Een smartwatch, overigens niet te verwarren met een sporthorloge, avant la lettre, dus.
En ergens is dat ook wel geruststellend. Want als er één constante is in vijftig jaar pols-technologie, dan is het dit: mensen blijven zoeken naar manieren om informatie dichter bij zichzelf te brengen. Letterlijk. Eerst met LED’s, toen met datakabels, nu met AI. De smartwatch is niet zomaar een gadget; het is een klein venster op de evolutie van onze digitale identiteit.
Dus, wat was de eerste smartwatch? Misschien is het eerlijker om te zeggen: er was niet één eerste, maar een hele serie slimme voorouders. En elke keer dachten we: nu zijn we er. Tot het volgende model kwam, natuurlijk.
 
				
