Gehackte data blijft vaak gewoon bestaan, ook als cybercriminelen beweren dat ze alles netjes hebben verwijderd. In werkelijkheid verdwijnen gestolen bestanden misschien even uit het zicht, maar dat betekent zelden dat ze echt weg zijn. Criminelen houden de buit vaak achter de hand om later nog eens te gebruiken of door te verkopen. Dat schrijft Cybernews, op basis van onderzoek door beveiligingsexpert Mantas Sabeckis.
Voor bijvoorbeeld ouders van wie de kindgegevens op straat liggen, is dat allesbehalve goed nieuws. Zelfs als er niets meer online staat, blijft er dreiging bestaan. Vooral omdat cybercriminelen steeds slimmer worden in het combineren van gestolen en openbare informatie om overtuigende scams op te zetten.
Wat kunnen slachtoffers doen? Volgens Cybernews is waakzaamheid de beste verdediging. Let extra goed op verdachte berichten of telefoontjes die zich voordoen als communicatie van bijvoorbeeld een kinderdagverblijf. Neem bij twijfel altijd rechtstreeks contact op met de organisatie, via een vertrouwd kanaal. Ook banken kunnen helpen: zij kunnen een waarschuwingsvlag aan je dossier toevoegen om identiteitsfraude tegen te gaan.
Check je online aanwezigheid!
Daarnaast is het verstandig om je online aanwezigheid tegen het licht te houden. Wie alles op social media deelt, maakt het criminelen makkelijker om geloofwaardige phishingpogingen te doen. Verder helpen klassiekers als sterke wachtwoorden en up-to-date software nog altijd tegen het meeste digitaal ongedierte.
Cybercriminelen doen soms alsof ze meeleven, maar daar moeten we weinig waarde aan hechten. “Ze willen vooral gedoe vermijden, niet je privacy beschermen,” aldus Sabeckis. Hij stelt dat alleen een combinatie van betere beveiliging bij organisaties en meer bewustzijn bij ouders echte bescherming biedt. Want één ding is zeker: wat eenmaal gestolen is, blijft zelden voor altijd gewist.