’t Wereldje (138) met Snapchat, Instagram en huisje verkennen!
- Paul Gersen
- On 13 augustus 2016
Rare nieuwtjes, hilarische persberichten en maffe feestjes: er komt flink wat over je heen als je met Draadbreuk in de weer bent. Daarom blikken we wekelijks in ’t Wereldje terug op de raarste zaken die voorbij kwamen. Wat vonden wij er van? Dit dus!
3. Instagram Stories: de niet racistische versie van Snapchat
Mooi hoe dingen soms werken. Toen iets meer dan een week geleden Instagram Stories werd gelanceerd, waren de eerste reacties vooral: mèh. De functie lijkt natuurlijk heel erg op het Snapchat Stories en dus zei een deel van het techwereldje: hoeven we niet. Totdat ze er mee gingen spelen en het eigenlijk helemaal niet verkeerd in elkaar bleek te zitten. Of nouja, het werkt eigenlijk niet heel veel anders dan Snapchat dus. En misschien zit daarin ook wel de kracht: gewoon één (1!) platform waar je naast foto’s plaatsen ook kunt Snapchatten. Wat mij betreft bouwen ze er ook een Twitterfunctie in. En een Facebook-kloon. En doen Snapchat, Twitter en Facebook precies hetzelfde. Kunnen ze daarna allemaal hetzelfde en beslissen wij met z’n allen welke we allemaal gaan gebruiken. Weg met vijfendertig verschillende social media-apps op mijn telefoon, verdorie. Maar goed, ik ben dan ook al de dertig gepasseerd.
Snapchat zette ondertussen de tegenaanval in door een paar nieuwe selfie-lenzen toe te voegen. Mede daardoor is de dienst zo populair. Maar de laatste tijd zitten ze er niet heel erg lekker in. Zo was er onlangs al grote ophef om de Bob Marley-filter, waarmee je jezelf kon omtoveren in een nogal smakeloos karikatuur van de reggae-held. Stereotypering galore natuurlijk en dus stonden veel mensen op hun achterste benen. Maar ervan leren was toch lastig voor de mensen van Snapchat. Deze week lanceerden ze een filter die door het publiek al snel werd omgedoopt tot Yellowface, waarmee je jezelf als een racistische stereotypering van een Aziaat kon veranderen. Benieuwd wat de volgende wordt. Heel kleine snorretjes?
2. Indoo.rs Slam: of je even het huis van je buren in kaart wil brengen
Het zal een jaar tien terug zijn geweest. Vrienden studeerden in Enschede en ondergetekende kwam een keer langs voor een goed stappertje. Kroeg in, kroeg uit, kroeg in, kroeg uit, kebapje en hup, naar de volgende tent. Uiteindelijk belandden we in een etablissement met een grote ronde bar in het midden. “Ik haal wel effe”, riep ik, sprong op het plateau, bestelde, keerde met bier en al om en… mijn vrienden waren verdwenen. Na een behoorlijke tijd zoeken met vijf glazen in de hand vond ik de rest aan de andere kant van de zaal. Maar goed, je hebt een leuke avond dus je laat zoiets rusten. Totdat ik niet veel later weer aan de beurt was, vroeg: “jullie blijven hier toch wel staan” en daarna precies hetzelfde gebeurde. Toen kreeg ik pas door dat de het plateau waar de bar op stond ronddraaide.
Wat ik probeer te zeggen: er zijn gebouwen waarin je elkaar kwijt kunt raken. Of verdwalen – iedereen kent dat soort huisfeesten. Hoe vind je elkaar dan terug? Navigatie werkt namelijk niet op zo’n kleine schaal en daarbij herkennen apps als Google Maps geen muren en deuren. Maar daar komt nu verandering in. Het bedrijf Indoo.rs ontwikkelt momenteel SLAM, een methode waarmee navigatie binnenshuis wel mogelijk wordt en het werkt opvallend simpel. Door navigatiedata te verzamelen van mensen kan in kaart worden gebracht waar deuren zitten en obstakels zijn, puur door te kijken hoe mensen bewegen. En mocht er iets veranderen, wordt dat meteen aangepast: hoe meer mensen lopen en hoe langer ze dat doen, hoe preciezer het allemaal wordt. Feestje bij de buren? Door bij te houden hoe iedereen door het huis loopt heb je zo een redelijk nauwkeurige kaart. Het schijnt dat de Nationale Bond voor Inbrekers de boel met grote interesse volgt.
1. CPB: binnenkort weer werken in de mijnen
ICT’er. Zijn er nog mensen die zich zo noemen? Bij dat begrip dringen hier op de burelen van Draadbreuk meteen beelden op van vijftigjarige kalende mannen met een pull-over, een bril met zonnebrilkleppen en een grote sleutelbos aan de riem. Kijk, we weten dat het staat voor informatie- en communicatietechnologie en heel veel hippe lui daar in werken. Maar die zeggen gewoon dat ze ‘iets met internet’ doen, lekker programmeren, bij een start-up werken of ‘een bureautje’ hebben. Nooit dat ze ICT’er zijn. Een ICT’er neemt een lunchtrommeltje op de fiets mee naar zijn werk en is om vijf uur thuis als moeder de vrouw de spruitjes serveert.
Maar goed, volgens het Centraal Planbureau (CPB) hebben al die ICT’ers (lees: mensen die dus ‘iets met internet’ doen, lekker programmeren, bij een start-up werken of ‘een bureautje’ hebben) straks geen werk in hun sector meer en moeten we de mijnen in Limburg maar weer open gooien om werkgelegenheid te creëren. En dat ligt aan de overheid, want die loopt te treuzelen als het gaat om voorwaarden scheppen voor technische ontwikkeling – wat verwacht je trouwens ook. Ook Nelie Kroes trok al aan de bel. Ja, lieve mensen, het is afgelopen in Nederland. Pak het telraam er maar weer bij, haal het paard weer van stal en slinger de veldtelefoon aan. Draadbreuk verschijnt volgende maand in krantvorm. We gaan schrijven over steenkolen.
Fotocredits:
Header: Eli Sanders, Tipple Worker, Loads Coal on Car Which Has Fallen off Cars Enroute to Tipple via photopin (license)
Snapchat: Snapchat User via photopin (license)
Boefje: A burglar! via photopin (license)
Mijnwerkers: Mijnwerkers / Miners via photopin (license)