Het idee is even verleidelijk als onvermijdelijk: dat kleine apparaat in je broekzak dat zich ontpopt tot volwaardige werkmachine. Een smartphone waarmee je niet alleen e-mails stuurt of Netflix kijkt, maar complete rapporten schrijft, spreadsheets doorploegt, foto’s bewerkt en misschien zelfs code produceert. We zijn er al jaren over aan het praten.
Techbedrijven noemen het steevast de toekomst. Samsung werkt er al sinds 2017 aan met DeX. Motorola flirtt ermee, Acer had een matig werkend concept, Apple ontwijkt het onderwerp hardnekkig, en ondertussen rijpen de chipsets, schermen, en randapparatuur gestaag. Maar zijn we in 2025 nu eindelijk op het punt waarop je je laptop echt thuis kunt laten?
Wie tegenwoordig een toptoestel koopt, krijgt prestaties die vijf jaar geleden alleen in ultrabooks zaten. Denk aan de Snapdragon X Elite, Apple’s M-serie of de nieuwe MediaTek Dimensity-chips: krachtpatsers met energiebeheer dat een doorsnee Windows-laptop zich alleen maar kan wensen. Combineer dat met een fatsoenlijk toetsenbord, een inklapbaar scherm of een externe monitor, en het plaatje is compleet: je telefoon is je computer. Althans, in theorie.
In de praktijk merk je dat er twee werelden zijn, zoals ook te lezen valt in een lezenswaardig artikel op Medium.com. Enerzijds de enthousiaste cloudwerkers, die met een bluetoothkeyboard en een draadloze muis op een koffietafel zitten te typen alsof ze nooit anders deden. Hun hele workflow draait in de browser: e-mail in Outlook, documenten in Google Docs, videomeetings in Zoom. Voor hen is het prima – zelfs prettig – dat een smartphone genoeg is. Geen gesjouw meer, geen losse kabels, geen zware laptops. Gewoon je telefoon aan een monitor, en gaan.
Anderzijds zijn er de mensen die echt iets moeten doen met hun computer. Developers. Grafisch ontwerpers. Videobewerkers. Iedereen die afhankelijk is van zware software, specifieke randapparatuur of een arsenaal aan sneltoetsen. Voor hen blijft de smartphone een glorified notitieboekje. Leuk om in de trein een presentatie door te bladeren, maar niet om hem te bouwen. En zelfs als de rekenkracht toereikend zou zijn, stuiten ze op beperkingen van het besturingssysteem. Android en iOS zijn nu eenmaal niet ontworpen als volwaardige desktopplatformen – en dat voel je zodra je iets wilt doen dat buiten de gebaande paden valt.
Toch schuift de balans langzaam op. Samsung DeX werkt soepeler dan ooit, met vensters, multitasking en toegang tot netwerkdrives. iPads met Magic Keyboard benaderen laptopervaringen, al noemt Apple dat liever geen convergentie. Microsoft flirt via Windows op ARM met smartphonestructuren in laptopvorm. En waar je vroeger een ratjetoe aan adapters nodig had om een telefoon op een scherm aan te sluiten, volstaat nu vaak een enkele USB-C-kabel – als je een beetje geluk hebt met de poort en de juiste chipset.
De browser is essentieel?
De grotere doorbraak lijkt te liggen in hoe we werken, niet in wat het apparaat kan. De opmars van cloudservices, progressive web apps, en AI-ondersteuning in simpele tools betekent dat het zwaartepunt verschuift van lokaal naar online. Als alles in de browser draait, wat maakt het dan nog uit waar die browser zich bevindt? Je zou dus kunnen zeggen: de smartphone is niet per se zélf een volwaardige laptop geworden – we zijn gewoon collectief minder laptop nodig.
Toch knaagt er iets. Want zelfs de meest geavanceerde mobiele werkplek voelt nét niet helemaal als een echte. Geen Alt+Tab-ritme, geen native snelkoppelingen, geen robuust bestandsbeheer of uitgebreide debuggingtools. En laten we eerlijk zijn: wie ooit geprobeerd heeft om een PDF op te maken of een Excelbestand met 18 tabbladen te ordenen op een touchscreen weet dat het bloeddrukverhogend kan zijn.
Dus ja, de smartphone kan je laptop vervangen – in theorie. En in sommige gevallen zelfs in de praktijk, vooral voor wie zijn werk voornamelijk in tekst, meetings en browsen doet. Maar wie ook maar een beetje afwijkt van die standaardtaken, zal de beperkingen snel tegenkomen. Niet omdat de hardware het niet aankan, maar omdat het ecosysteem er nog niet helemaal klaar voor is. En misschien, heel misschien, omdat we stiekem ook gewoon houden van een fysiek toetsenbord, een fatsoenlijk besturingssysteem en de zekerheid dat onze tool werkt zoals we verwachten.
Kan -ie je laptop nou vervangen of niet?
De echte vraag is dan ook niet of de smartphone je laptop kán vervangen. De vraag is: wil je dat hij dat doet? Of wil je juist dat beide apparaten doen waar ze het beste in zijn – en vooral niét proberen elkaar na te doen?